Gaslek Alphen aan den Rijn | Leerpunten na een ontruiming

De deur naar de vergaderruimte gaat open. Een collega zegt op rustige toon: ‘Er is een gaslucht geroken en we moeten het pand verlaten.’

We zitten bij elkaar in een bestuursvergadering. Ik klap mijn laptop dicht gooi hem in mijn tas en loop naar de deur. Een collega van mij neemt alleen haar telefoon mee en laat haar tas en laptop achter. De sfeer is gespannen maar ook een beetje lacherig. Ik denk nog, ‘nou dat zal wel meevallen’. Dat denk je altijd. Totdat het niet meer meevalt. In de hal lopen we in een walm van gas die je de adem ontneemt. Niemand denkt dan dat het ‘wel mee zal vallen’.

File in gaswalm

Hoewel het pand helemaal niet vol is, ontstaat toch een kleine file bij de voordeur. Een paar mensen voor me, een paar mensen achter me, een bouwplaats voor de deur, brandweermensen buiten. Terwijl ik daar in de gaswalm in de ‘file’ bij de voordeur sta, flitst door mijn hoofd: ‘Waarom gaan we via de voordeur naar buiten, als er bouwwerkzaamheden aan de voorzijde zijn, waar ze vast en zeker een gasleiding kapot getrokken hebben. We lopen nu samen het gevaar in en als we allemaal ontploffen dan was het handiger geweest om via de achterdeur het pand te verlaten, waar geen werkzaamheden zijn, waar geen gaswalm is en waar we een prima werkende achterdeur hebben.’ Toch draai ik me niet om en loop ik gewoon met de rest mee via de voordeur naar buiten: regelrecht het gaslek in dat zich recht voor onze neus in de bouwput bevindt.

Collega nog binnen

Alles verloopt verder rustig, totdat ik een collega hoor zeggen dat één van onze collega’s nog op haar werkplek zit. De twee BHV’ers (bedrijfshulpverleners) kijken elkaar aan. Eén van hen rent terug het pand in. De andere loodst de andere collega’s de straat op, weg van het gevaar.

We worden opgevangen door de brandweer. Ze vragen of er nog mensen in het pand zijn. Ja, twee. Die komen even later ook naar buiten. Mijn collega had niet meegekregen dat er een ontruiming gaande was. Haar kamergenoot die al lang buiten stond, kennelijk wél. Vreemd toch hoe dingen verlopen bij een evacuatie.

Lek gedicht, pand vrij

De brandweer geeft in een computersysteem aan dat ons pand vrij gegeven wordt en er geen personen meer aanwezig zijn. We horen sirenes; politie, nog meer brandweer en Netbeheerder Liander komen er aan. Liander boort een gat voor- en achter het lek, doet er twee ballonnen in en blaast deze op. Lek gedicht. Nu moeten alle panden nog gasvrij gemaakt worden.

De politie belt mij met het verzoek om de brandweer toegang tot ons pand te geven voor metingen. We luchten het pand en het pand wordt vrijgegeven.

Evaluatie

Die avond nemen we door wat er gebeurd is. Wat kon er beter? Waarom had niemand het brandalarm ingedrukt? Waarom was één medewerker niet meteen naar buiten gekomen bij het ontruimingsbevel? Waarom waren we via de voordeur naar buiten gegaan. Er was genoeg te bespreken.

De meeste leerpunten waren duidelijk, maar over één punt werden we het niet meteen eens.
Die vraag leg ik graag aan u voor.

Situatie:
Op het moment dat we de voordeur uit komen, staan we buiten met een aantal brandweerlieden, medewerkers en twee BHV’ers. We horen dat één medewerker nog in het pand is. Eén BHV’er rent naar binnen om haar te gaan halen. Wat denkt u?