Contract afspraken worden vaak nagekomen, maar soms ook niet. Bij schending van gemaakte afspraken komt het regelmatig voor dat een derde partij profiteert van die wanprestatie. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een nieuwe werkgever profiteert van het feit dat een werknemer zijn concurrentiebeding met zijn vorige werkgever schendt. De nieuwe werkgever neemt een werknemer in dienst die daar eigenlijk niet in dienst zou mogen treden. De nieuwe werkgever mag dat in principe gewoon doen. In bijzondere situaties kan het echter dusdanig ernstig zijn, dat dit onrechtmatig is tegenover de oude werkgever.
Een ander voorbeeld van deze kwestie biedt een recent arrest van de Hoge Raad. H. huurt in deze zaak vanaf 1990 een winkelruimte in Amsterdam van verhuurder A. In het huurcontract staat dat H. een voorkeursrecht op het gehuurde pand heeft. Dit betekent dat A, bij een verkoop, het pand eerst aan H. moet aanbieden. In 2007 verkoopt A het pand echter aan koper B. B. verkoopt het pand direct door aan C. Nog voor de daadwerkelijke levering en doorlevering van het pand, roept H. zijn voorkeursrecht in. Hij wil het pand zelf kopen. Pas op dit moment raakt B. op de hoogte van het voorkeursrecht van H. Het pand wordt echter – ondanks het ingeroepen voorkeursrecht – geleverd aan B. en doorgeleverd aan C. H. laat het er niet bij zitten en vordert schadevergoeding van A., B. en C. Hij voert daarbij twee grondslagen aan:
- wanprestatie door A. vanwege schending van het overeengekomen voorkeursrecht, en
- B. en C. handelen onrechtmatig door te profiteren van de wanprestatie van A. H. vindt dat B. en C. onrechtmatig profiteren van de schending van zijn voorkeursrecht, omdat zij nog vóór de levering van het pand bekend zijn met het voorkeursrecht en desondanks toch leveren.
De kantonrechter wijst alle vorderingen van H. af, maar in hoger beroep wijst het Hof schadevergoeding voor H. toe. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof echter, omdat het Hof de onjuiste omstandigheden heeft meegewogen bij zijn beslissing. De Hoge Raad vindt het belangrijk dat B. bij het sluiten van de koopovereenkomst (nog) niet op de hoogte was van het voorkeursrecht. Daarom mag B. die overeenkomst in principe gewoon nakomen door het pand geleverd te krijgen van A. en mag B. doorleveren aan C. Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen. Dit kan volgens de Hoge Raad onder bijzondere omstandigheden onrechtmatig zijn jegens H, bijvoorbeeld als er onevenredigheid is tussen het belang van B. bij levering van het pand en het belang van H. om zijn voorkeursrecht uit te kunnen oefenen. Deze omstandigheden heeft het Hof echter niet meegewogen en daarom volgt vernietiging van het arrest van het Hof.
Kortom, het uitgangspunt is dat profiteren van wanprestatie van een ander gewoon mag. Slechts in uitzonderingsgevallen is dat anders. Daar zijn volgens vaste rechtspraak bijkomende omstandigheden voor nodig. De Hoge Raad bevestigt dat standpunt in bovenstaand arrest.
Wilt u meer weten over het profiteren van wanprestatie van een ander? Neemt u dan gerust vrijblijvend contact met mij op.
Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 41 72 of vul het contactformulier in.