Schrikken van een dode muis: wanneer is uw werkgever aansprakelijk?

Letselschade
Blog
31 juli 2024

Letselschade voor badjuf na val van toezichtstoel

Een opvallende uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank oordeelde eerder deze maand dat de gemeente Eindhoven aansprakelijk is nadat een badjuf gewond raakte bij een val van een toezichtstoel. De aanleiding voor het incident was een dode muis in het zwembad.

De feiten

De badjuf zit op een toezichtstoel naast het bad. Door een badgast wordt zij erop gewezen dat er een dode muis in de hoek van het kinderbadje drijft. De badjuf is doodsbang voor muizen. Omdat zij toezicht moet blijven houden en niet van haar plek af kan vraagt ze een collega om de muis weg te halen.

De collega haalt de muis met een schepnet weg. Hij loopt met zijn schepnet langs de 1,70 meter hoge toezichtstoel. De badjuf heeft ondertussen haar blik op het buitenbad gericht, tot er voor haar gezicht opeens een dode muis bungelt. Zij schrikt hiervan en probeert haastig de stoel te verlaten. Hierbij mist ze een trede waardoor ze zich verstapt, ten val komt en letsel oploopt aan haar knie. Ze heeft onder andere een gescheurde kruisband en schade aan haar meniscus, waarvoor ze is geopereerd.

Het geschil

De badjuf stelt haar werkgever de gemeente Eindhoven aansprakelijk voor haar schade. Zij baseert zich hierbij onder andere op artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit artikel legt op de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van zijn werknemers. Op grond van dit artikel is de werkgever aansprakelijk voor de schade die een werknemer lijdt als gevolg van schending van deze zorgplicht. De werkgever is niet aansprakelijk als hij kan aantonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen.

De gemeente stelt dat de toedracht onvoldoende vaststaat, dat de badjuf onvoldoende heeft onderbouwd dat zij haar letsel heeft opgelopen tijdens de uitvoering van haar werkzaamheden en dat de gemeente niet tekort geschoten is in haar zorgplicht.

Toedracht

De rechter overweegt dat de toedracht niet volledig duidelijk zal worden. Er bestaat discussie tussen de badjuf en de gemeente op meerdere punten. Zo is niet duidelijk op welke afstand de muis langs het hoofd van de badjuf is gekomen en is ook niet duidelijk of zij uit de stoel is gevallen of dat zij zich heeft verstapt bij het haastig verlaten van de stoel.

Schade geleden tijdens werk?

De rechter oordeelt ondanks de onenigheid over de exacte toedracht dat voldoende duidelijk is geworden dat de badjuf letsel en dus schade heeft opgelopen in de uitoefening van haar werkzaamheden voor de gemeente. Uit de verhalen van beide partijen blijkt dat de badjuf is geschrokken van de muis die in ieder geval op een korte afstand voorbijkwam. Ook is voldoende duidelijk geworden dat de badjuf na het voorbijkomen van de muis heeft gegild en dat zij daarna op de grond is aangetroffen. De badjuf is direct daarna naar haar huisarts gegaan die letsel aan haar linkerknie heeft vastgesteld. Vervolgens heeft de badjuf zich ziekgemeld en kon zij gedurende langere tijd niet werken.

Zorgplicht van de werkgever

De gemeente betoogt dat het incident een ongelukkige samenloop van omstandigheden is en dat zij niet tekort is geschoten in haar zorgplicht. Zij stelt dat zij niet hoefde te waarschuwen voor algemeen bekende gevaren en dat een confrontatie met een dode muis een omstandigheid is waarmee iedereen thuis of in elke dagelijkse situatie te maken kan krijgen. In gevallen waarin het gaat om alledaagse situaties hoeft een werkgever volgens vaste jurisprudentie geen (extra) veiligheidsmaatregelen te treffen.

Ook wijst de gemeente Eindhoven erop dat het niet aannemelijk is dat veiligheidsmaatregelen het incident hadden kunnen voorkomen. De gemeente kan niet iedere confrontatie met een (dode of levende) muis voorkomen.

De rechter oordeelt ondanks deze verweren dat het op de weg van de gemeente had gelegen om een instructie te geven aan haar werknemers over het verwijderen van (dood) ongedierte uit het bad. Ook al komt het verwijderen van ongedierte slechts sporadisch voor.

De beslissing

De rechter oordeelt dat de gemeente als werkgever van de badjuf aansprakelijk is voor haar schade. Nalezen? Zie rechtbank Oost-Brabant 12 juli 2024 ECLI:NL:RBOBR:2024:3358.

Heeft u een vraag over dit artikel of over letselschade? Neem dan contact op met Berntsen Mulder Advocaten. Wilt u meer weten over uw specifieke situatie? Belt of mailt u mij dan gerust. Dat kan via telefoonnummer 0172 – 42 7075, e-mail t.ridder@berntsenmulder.nl of vul het contactformulier in.




    Gerelateerde blogs

    Rijd jij of rijd ik?

    30 augustus 2024

    Rijd jij of rijd ik?

    Wie bleek de bestuurder? Nee, dit is niet de welbekende vraag wie vanavond de Bob […]


    Lees meer ›
    Schrikken van een dode muis: wanneer is uw werkgever aansprakelijk?

    31 juli 2024

    Schrikken van een dode muis: wanneer is uw werkgever aansprakelijk?

    Letselschade voor badjuf na val van toezichtstoel Een opvallende uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De […]


    Lees meer ›
    Blijvende invaliditeit in letselschadezaken

    19 juli 2024

    Blijvende invaliditeit in letselschadezaken

    Meer dan alleen een percentage Wanneer u een ongeval overkomt en u daarbij letsel oploopt, […]


    Lees meer ›