Gefaseerde graafwerkzaamheden, gefaseerd lokaliseren?
Een aannemer voert heiwerkzaamheden uit en raakt daarbij een ondergrondse elektriciteitskabel. De netbeheerder ondervindt aanzienlijke schade en stelt de aannemer daarvoor aansprakelijk. Er volgt een gerechtelijke procedure tot aan de Hoge Raad waarin ter discussie staat of de aannemer voldoende onderzoek heeft gedaan naar kabels en leidingen rond het werkgebied. In deze blog bespreek ik het arrest van de Hoge Raad.
Ik begin met een korte bespreking van de voorzorgsmaatregelen die getroffen moeten worden door gravers (ook wel: grondroerders). Op basis van de WIBON (de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken) heeft een grondroerder een zorgvuldigheidsplicht. Graafwerkzaamheden moeten zorgvuldig worden voorbereid om schade aan kabels en leidingen te voorkomen. Ten eerste dient de grondroerder voorafgaand aan de werkzaamheden een graafmelding te doen. De grondroerder ontvangt in reactie op de Klic-melding een tekening waarop de kabels en leidingen in het graafgebied zijn opgenomen. Die tekening dient aanwezig te zijn bij het uitvoeren van de graafwerkzaamheden. Ook moet de grondroerder op basis van de Klic-tekening de kabels en leidingen in het graafgebied zoeken (ook wel: lokaliseren).
Discussie over lokaliseren kabels en leidingen
In de zaak die is voorgelegd bij de Hoge Raad bestaat discussie over het lokaliseren van kabels en leidingen. Wat is er precies gebeurd? De netbeheerder neemt de grondroerder kwalijk dat niet genoeg onderzoek is gedaan naar kabels en leidingen in het graafgebied. De aannemer stelt dat niet in het hele graafgebied hoefde te worden gelokaliseerd omdat de werkzaamheden gefaseerd werden uitgevoerd. Eerst zouden heiwerkzaamheden plaatsvinden, waarna in een latere fase in een breder gebied graafwerkzaamheden zouden worden uitgevoerd. De hamvraag is of de grondroerder voorafgaand aan zijn werkzaamheden in het gehele werkgebied moet lokaliseren of dat het lokaliseren (net als de graafwerkzaamheden) gefaseerd mag plaatsvinden.
Richtlijn Zorgvuldig Graafproces
De Hoge Raad sluit (net als het Gerechtshof) aan bij de Richtlijn Zorgvuldig Graafproces (CROW 250), waarin de lokaliseringsplicht van de grondroerder is uitgewerkt. In die richtlijn is opgenomen dat het zoekgebied bestaat uit de locatie waarin daadwerkelijk de grond wordt afgegraven plus een zone van 1,5 meter. Dit komt erop neer dat leidingen die volgens de Klic-tekening binnen 1,5 meter van de geroerde grond liggen, voorafgaand moeten worden gelokaliseerd.
Oordeel: onderzoek altijd groter gebied
De Hoge Raad en het Hof oordelen dat in het gehele gebied moest worden gelokaliseerd zoals is opgenomen in de Richtlijn en de WIBON. Het was de grondroerder niet toegestaan het lokaliseren te beperken tot de directe omgeving van de aan te brengen funderingspaal. Ondanks dat de werkzaamheden in verschillende fases werden uitgevoerd (eerst heien, later ontgraven), moest in het gehele gebied worden gelokaliseerd. Daarmee wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de WIBON en de Richtlijn dat de grondroerder een zorgplicht heeft zijn werkzaamheden op zorgvuldige wijze te verrichten.
De Hoge Raad ziet geen reden af te wijken van de eis om voorafgaand te lokaliseren rondom het gehele graafgebied gezien de geringe omvang van de werkzaamheden en de relatief korte uitvoeringstijd van drie maanden. (Lees hier de hele uitspraak van de Hoge Raad) De deur wordt op een kier gehouden om in uitzonderlijke gevallen de lokaliseringsplicht te betrekken op afzonderlijke onderdelen van een project. Het voorbeeld van de Noord-Zuidlijn wordt aangehaald, waarvan de aanleg bestond uit een aantal deelprojecten.
Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 41 72 of vul het contactformulier in.