In een recente uitspraak bevestigt de rechtbank Overijssel dat ook voor het ontslag van een statutair bestuurder een redelijke grond is vereist. Ook voor een statutair bestuurder geldt dat niet snel sprake is van andere omstandigheden die ertoe dienen te leiden dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen.
Achtergrond
Werknemer is al langere tijd werkzaam als financieel controller binnen de onderneming. Vanwege een aandelenoverdracht is werknemer met behoud van voorwaarden en anciënniteit in december 2022 in dienst getreden van de nieuw opgerichte bv. Diezelfde maand wordt werknemer benoemd tot CFO en statutair bestuurder.
Al binnen vier maanden na zijn aanstelling wordt werknemer in de algemene vergadering van aandeelhouders ontslagen, omdat volgens de werkgever:
- Werknemer niet voldoet aan de verwachtingen van een statutair directeur in de functie van CFO;
- Partijen een andere visie hebben op de invulling van de functie CFO;
- Werknemer onvoldoende flexibel is in de fase waarin de onderneming zich bevindt;
- Er sprake is van een niet te overbruggen verschil van inzicht, omdat de werknemer zich niet wil conformeren aan het beleid van werkgever.
In de procedure wordt gesteld dat het vertrouwen van de aandeelhouder in een succesvolle toekomstige samenwerking is komen te vervallen, waardoor herplaatsing binnen de organisatie niet aan de orde zou zijn.
De arbeidsovereenkomst is inmiddels opgezegd tegen 30 juni 2023.
Verzoeken
Werknemer verzoekt naast de bonus en nevenvorderingen toekenning van een billijke vergoeding van € 150.000,00. Werknemer meent dat hij zonder redelijke grond is ontslagen. Uit het niets is aan hem de uitnodiging voor de vergadering van aandeelhouders gezonden. De gemaakte verwijten zijn niet eerder aan hem geuit. Het heeft er volgens werknemer alle schijn van dat hij alleen als statutair bestuurder is aangesteld, om zo zijn ontslagbescherming te beperken.
Juridisch kader
Als gevolg van eerdere rechtspraak uit 2005 (de zogenoemde 15-april arresten) heeft het ontslag als statutair bestuurder, vennootschapsrechtelijke ontslag, door de algemene vergadering van aandeelhouders ook tot gevolg dat de arbeidsrechtelijke overeenkomst eindigt. Als het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders stand houdt, kan je als werknemer in dat geval alleen een billijke vergoeding vorderen en niet het herstel van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:682 lid 3 BW).
In dit geval voerde werkgever aan dat sprake was van een redelijke grond voor ontslag, namelijk van omstandigheden die ertoe leiden dat de arbeidsovereenkomst dient te eindigen (artikel 7:669 lid 3 lid sub h BW).
Uitspraak
Werknemer is in een korte tijd benoemd tot statutair bestuurder en ontslagen als statutair bestuurder. Met de nieuwe aandeelhouder is een andere wind gaan waaien binnen het bedrijf van werkgever. Voor het doorvoeren van die wijzigingen en het aanpassen van de bestuurders aan deze veranderende wensen van de aandeelhouder had enige tijd dienen te worden genomen. Daarbij had van werkgever mogen worden verwacht dat ook aan een statutair bestuurder wordt kenbaar gemaakt dat de veranderingen menens zijn en dat het daaraan niet willen voldoen gevolgen zal hebben voor de arbeidsovereenkomst. Dit klemt temeer, oordeelt de rechter, nu juist van “(…) een bestuurder niet verwacht behoeft worden dat hij zich voetstoots conformeert aan de wensen van een nieuwe aandeelhouder en juist de discussie aangaat over een beleidsverandering indien hem dat niet juist voor komt. Het moet dus ook voor de statutair bestuurder duidelijk zijn dat, indien hij zich op enig moment niet conformeert aan het te voeren beleid en de redelijke wensen over de invulling van de functie, sprake zal zijn van een onwerkbare situatie (…)” (rov 4.5 van de beschikking).
De kantonrechter concludeert dan ook dat de redelijke grond voor het ontslag ontbreekt en er dus reden is voor het toekennen van een billijke vergoeding. De kantonrechter begroot die vergoeding op een lager bedrag, namelijk € 37.500,00, omdat de kantonrechter meent dat de arbeidsovereenkomst mogelijk nog vier maanden zou hebben voortgeduurd indien de juiste weg was bewandeld door werkgever.
Opmerkingen
De kantonrechter neemt terecht tot uitgangspunt dat ook bij het ontslag van een statutair bestuurder een redelijke grond is vereist. In de motivering van de uitspraak mis ik een toelichting op de door de werkgever aangevoerde ontslaggrond. Was hier feitelijk wel sprake van een andere visie over het te voeren beleid? Als naar de inhoud van de verwijten wordt gekeken, lijkt hier eerder sprake te zijn van disfunctioneren. In dat geval gelden duidelijke eisen die aan de werkgever worden gesteld. In dit geval is er niet eens een begin gemaakt aan dat traject, werknemer is niet verteld (dat blijkt in ieder geval nergens uit) dat zijn functioneren ondermaats was.
Dat sprake is van een bestaand verschil van inzicht is evenmin gebleken, waarom dan toch de arbeidsovereenkomst na vier maanden had kunnen eindigen is mij niet direct duidelijk. Hier had werkgever ook met een hogere vergoeding te maken kunnen krijgen.
Vragen? Neem gerust contact op!
Heeft u vragen over dit artikel of wilt u weten op welke manier dit in uw specifieke situatie van toepassing is? Neem dan gerust contact via 0172 – 42 71 94 of stuur een e-mail.