Stel: je moet als werknemer noodgedwongen op zoek naar een andere baan. Dan is het handig om bij sollicitaties te laten zien dat je bij je laatste baan goed hebt gefunctioneerd. Deze bewering komt natuurlijk sterker over als je een positief getuigschrift kan overleggen.
Sta je op goede voet met je laatste werkgever, dan zal hij je verzoek om een positief getuigschrift al snel inwilligen. Indien de beëindiging van het dienstverband daarentegen niet erg harmonieus verliep, dan zal je laatste werkgever hier niet met plezier aan meewerken.
Nu doet de vraag zich voor of je als werknemer recht hebt op een dergelijk getuigschrift. Artikel 7:656 van het Burgerlijk Wetboek helpt je als werknemer op weg:
“De werkgever is verplicht bij het einde van de arbeidsovereenkomst de werknemer op diens verzoek een getuigschrift uit te reiken.”
Op een getuigschrift heb je als werknemer dus recht, maar onduidelijk bleef of dit ook een positief luidend getuigschrift moest zijn. Deze vraag werd onlangs voorgelegd aan het Gerechtshof Den Haag. De werkneemster in kwestie voerde in deze zaak aan dat het getuigschrift dat zij kreeg niet voldeed aan haar verwachtingen, nu er niet in vermeld was dat zij haar werkzaamheden naar behoren had verricht. Het Gerechtshof oordeelde op 15 april 2014 in deze zaak: een werkgever kan niet worden gedwongen het getuigschrift positief te laten luiden. De zaak kende dan ook een teleurstellende afloop voor de werkneemster in kwestie…
Voor werknemers die wél een positief getuigschrift van hun laatste werkgever hebben ontvangen, is deze uitspraak goed nieuws. Hun getuigschrift stijgt immers in waarde. Voor werkgevers is het ook goed nieuws: zij kunnen niet worden gedwongen een verklaring af te leggen waar zij niet achter staan.