Huurder eethuis krijgt van rechter uitstel huurbetaling vanwege coronacrisis

Bouw- en vastgoedrecht
Blog
23 juni 2020

Na de recente uitspraak over huuruitstel in de zaak Vitesse heeft de kantonrechter Amsterdam in kort geding wél gedeeltelijke opschorting van de huurbetaling tijdens de Coronacrisis toegewezen.

Advocaat huurrecht Matthijs Mulder las de uitspraak en schreef er onderstaand artikel over.


De huurder exploiteert een eethuis. Nadat op last van de overheid de horeca op 15 maart 2020 de deuren moest sluiten, is de huurder gedeeltelijk (50%) gestopt met de betaling van de huur. Daarop begint de verhuurder een kort geding tot betaling van de volledige huur.

De kantonrechter oordeelt dat het exploitatieverbod geldt als ‘gebrek’, namelijk een externe omstandigheid die het huurgenot beperkt. De coronacrisis en het ingrijpen van de overheid was namelijk redelijkerwijs niet te voorzien. Dat dit ook geldt voor de verhuurder, is niet relevant. Een gebrek hoeft niet aan de verhuurder toegerekend te kunnen worden.

Wereldwijd onvoorziene omstandigheid

De kantonrechter besteedt vervolgens aandacht aan een arrest van de Hoge Raad uit 2008, waarin werd geoordeeld dat tegenvallende bezoekersaantallen bij een winkelcentrum voor rekening en risico van de huurders komen. Volgens de kantonrechter gaat dát arrest niet op in het geval van de coronacrisis, omdat het gaat om een wereldwijde en onvoorziene gebeurtenis.

Wel betalen, niet gebruiken is onredelijk

De kantonrechter oordeelt verder dat de coronacrisis kan worden aangemerkt als ‘onvoorziene omstandigheid’, die de rechter de bevoegdheid geeft om in te grijpen in de rechten en verplichtingen volgens de huurovereenkomst. Volgens de kantonrechter is door de coronacrisis de balans tussen partijen verstoord geraakt: wel huur betalen, maar de huurruimte niet mogen gebruiken is niet redelijk.

Gelijk verdelen

De kantonrechter stelt: ‘In beginsel zou als redelijk richtsnoer kunnen worden aangenomen dat de tegenvaller gelijk over beide partijen wordt verdeeld…’, maar de kantonrechter sluit een andere verhouding (meer of minder) niet uit als zo’n andere verdeling redelijk is bij de beoordeling van alle omstandigheden van het geval, zoals de maatschappelijke positie en onderlinge verhoudingen van partijen, en de aard en ernst van de betrokken belangen van beide partijen.

In dit geval had de huurder (te) weinig informatie verstrekt over zijn financiële situatie. Werd in de zaak van Vitesse om die reden de vordering tot huurkorting afgewezen, in dit geval staat de kantonrechter de huurder toe 25% van de huurbetaling op te schorten. Het gaat om een tijdelijke maatregel voor de duur van 6 maanden. In die periode moet de huurder een bodemprocedure instellen om het definitieve bedrag van de huurkorting – dat kan dus ook zijn afstel in plaats van uitstel! – vast te laten stellen.

Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 41 72 of vul het contactformulier in.




    Gerelateerde blogs

    Directeur van bouwbedrijf wordt persoonlijk aansprakelijk gehouden

    26 juli 2024

    Directeur van bouwbedrijf wordt persoonlijk aansprakelijk gehouden

    Persoonlijk verwijt aan het adres van de directeur Particuliere opdrachtgevers gaven een bouwbedrijf B.V. opdracht […]


    Lees meer ›
    Kwalificatie huurovereenkomst bedrijfsruimte, blijf opletten

    17 mei 2024

    Kwalificatie huurovereenkomst bedrijfsruimte, blijf opletten

    De huur van zakelijk vastgoed: het ene bedrijfspand is de andere niet. De wet biedt […]


    Lees meer ›
    Woning in brand door telefoonoplader: schadevergoeding voor buren?

    8 mei 2024

    Woning in brand door telefoonoplader: schadevergoeding voor buren?

    Kunnen de buren hun schade verhalen op de buurman bij wie de brand is ontstaan? […]


    Lees meer ›