Een dierbare verliezen is naar mijn mening het ergste dat je kan overkomen. Wanneer dit gebeurt door een ongeval waarvoor iemand anders aansprakelijk is, geeft dat een extra zwarte rand aan het geheel.
Aangezien ik een tijd als schaderegelaar voor verzekeraars heb gewerkt, kwam ik ook bij nabestaanden over de vloer. Dat zijn vaak van die bezoeken die blijven hangen.
Zo was ik begin 2017 bij een hechte familie waarvan de zoon op slag dood was door een aanrijding. Deze jongen, bijna 21, woonde samen met zijn zusje en broertjes bij zijn ouders. Hij sportte veel en had een flinke vriendengroep. Daarnaast was hij bijna afgestudeerd en had sinds zijn 19e een vaste vriendin. Samen waren ze al een tijdje naar een huurhuisje aan het kijken. Kortom: er wachtte een veelbelovende toekomst op hem.
Hijzelf zou, als hij het ongeval had overleefd, een smartengeldvergoeding hebben gekregen. Zijn familie en vriendin daarentegen hadden geen recht op een smartengeldvergoeding. Dit was in die tijd juridisch gezien nog niet mogelijk.
Sinds 1 januari 2019 is dat eindelijk veranderd. Nederland is in Europa één van de laatste landen geweest die hiervoor een voorziening heeft getroffen. Naasten van degene die (ernstig) letsel heeft opgelopen of is overleden, kunnen affectieschade (smartengeld) vorderen op een aansprakelijke partij.
In Nederland zijn voor affectieschade vaste bedragen van tussen de € 12.500 en € 20.000 vastgesteld. Ouders van een overleden kind krijgen bijvoorbeeld een hoger bedrag dan de uitwonende kinderen van een overleden ouder.
Deze vergoeding kan natuurlijk niet het verdriet en leed van naasten wegnemen, maar het kan wel erkenning en genoegdoening bieden. In het geval van de familie van de overleden jongen kwam deze regeling helaas te laat.
Deze column verscheen in maart 2019 ook in de Voorschotense Krant.
Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 70 70 of vul het contactformulier in.