Een handelsagent, die klanten en omzet genereert voor zijn opdrachtgevers, heeft ook na het eindigen van de zogeheten agentuurrelatie recht op een klantvergoeding. Maar dan moet wel aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan.
Advocaat contractenrecht Jasper van de Graaf verduidelijkt dit aan de hand van een zaak tussen reisorganisator Corendon en handelsagent Prijsvrij.
Een handelsagent heeft recht op provisie voor het aanbrengen van klanten en omzet voor zijn opdrachtgevers. Bij het einde van de agentuurrelatie stopt de klantrelatie meestal niet. Dat is gunstig voor de opdrachtgever: die hoeft geen provisie meer te betalen, maar behoudt wel het voordeel uit de klantrelatie.
Recht op klantvergoeding vervalt na 1 jaar
De wet bepaalt dat de handelsagent bij de beëindiging van de agentuurrelatie – onder bepaalde voorwaarden – recht heeft op een klantenvergoeding. Deze regeling is van dwingend recht, waardoor deze niet in het agentuurcontract kan worden beperkt of uitgesloten. Echter, de handelsagent moet wel binnen één jaar na afloop van de agentuurovereenkomst betaling van de kantenvergoeding vorderen, anders is deze mogelijkheid vervallen.
Prijsvrij vs. Corendon
Reisorganisator Corendon gebruikt handelsagenten voor de verkoop van reizen. Eén van deze handelsagenten – Prijsvrij – vordert na afloop van de agentuurovereenkomst betaling van een klantenvergoeding van maar liefst 472.000 euro. Prijsvrij vindt dat zij veel klanten heeft aangebracht waar Corendon een duurzame relatie mee heeft opgebouwd en goed aan verdient. Volgens Prijsvrij heeft zij daarom recht op een klantenvergoeding.
Recht op klantenvergoeding?
De rechter benadrukt dat allereerst moet worden bekeken of de handelsagent überhaupt recht heeft op een klantenvergoeding. Hiervoor moet de handelsagent het volgende hard maken:
- dat hij nieuwe klanten bij zijn opdrachtgever heeft aangebracht,
- dat de overeenkomsten met deze nieuwe klanten de opdrachtgever na het einde van de agentuurovereenkomst nog aanzienlijke voordelen zullen opleveren.
Aanzienlijke voordelen zijn bijvoorbeeld een belangrijke omzetstijging of vergroting van de goodwill van de opdrachtgever. Deze omzetstijging of goodwillvergroting moet een duurzaam karakter hebben.
Hoogte van de klantenvergoeding (drie fasen leer)
Vervolgens moet de hoogte van de klantenvergoeding in drie fasen worden vastgesteld:
1. In de eerste fase moeten de voordelen die de opdrachtgever ontleent aan de door de handelsagent aangebrachte klantrelaties worden gekwantificeerd. Het voordeel van de opdrachtgever wordt vastgesteld op basis van de door de handelsagent in het laatste jaar verdiende bruto-provisie. Dit bruto-provisiebedrag wordt vervolgens gecorrigeerd aan de hand van de volgende factoren:
- de duur van het hiervoor genoemde voordeel voor de opdrachtgever,
- het verloop van het klantenbestand,
- de versnelde ontvangst van provisie-inkomsten door de handelsagent die in één keer een vergoeding krijgt uitgekeerd.
2. Vervolgens moet in de tweede fase worden bekeken of de hoogte van dit bedrag naar billijkheid moet worden gecorrigeerd. Hiervoor is met name de al door de handelsagent ontvangen provisie van belang. De billijkheidscorrectie kan zowel verhoging als verlaging van de klantenvergoeding betekenen.
3. Tot slot wordt in de derde fase getoetst of het resulterende bedrag het wettelijke maximum niet te boven gaat. Dit maximumbedrag is de beloning van de handelsagent van één jaar, gebaseerd op het gemiddelde van de laatste vijf jaar van de agentuurovereenkomst.
Oordeel rechter
Uiteindelijk oordeelt de rechter dat Prijsvrij niet hard heeft gemaakt dat Corendon aanzienlijke voordelen kon verwachten van de aangebrachte nieuwe klantrelaties. Prijsvrij heeft daarom geen recht op een klantenvergoeding. Hierdoor komt de rechter niet toe aan de berekening van de hoogte van de klantenvergoeding aan de hand van de drie fasen leer.
Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 41 72 of vul het contactformulier in.