Vegen bestuurders met een ‘décharge voor bestuurders’ altijd hun straatje schoon?

Ondernemingsrecht
Blog
20 oktober 2020

Kan een bestuurder van een bedrijf door middel van het jaarlijks vragen van een ‘décharge’ aan de aandeelhouders voor altijd zijn straatje schoonvegen en dus niet meer aansprakelijk worden gesteld voor het gevoerde bestuur? Daarover heeft de rechter onlangs uitspraak gedaan. Advocaat ondernemingsrecht Matthijs Mulder vertelt in dit artikel over het onderwerp ‘décharge voor bestuurders’.

Bestuurders doen er verstandig aan dat zij bij het jaarlijks vaststellen van de jaarrekening ‘onbeperkte en onvoorwaardelijke’ décharge vragen voor het door hen gevoerde bestuur. Hiermee doet de vennootschap afstand van het recht om de bestuurders achteraf aansprakelijk te stellen op grond van art. 2:9 BW.

Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad mag en kan een bestuurder zich op deze décharge beroepen, ook als het gaat om bestuurshandelingen, die – opzettelijk of onzorgvuldig – nadeel hebben toegebracht aan de vennootschap (of stichting, of vereniging). Voorwaarde is wel dat de aandeelhouders (of leden van de vereniging) volledig bekend waren met deze handelingen.

Zaak: Lening aan zichzelf

In de zaak Parkdale moest de rechtbank oordelen over de volgende kwestie. De bestuurders van Parkdale hadden een bedrag van 600.000 dollar geleend aan een andere vennootschap. Zij hielden zelf de aandelen in die vennootschap. Het was dus in feite een lening aan zichzelf. De lening werd niet terugbetaald en er was geen verhaal mogelijk.

De rechtbank oordeelde dat sprake was van ernstige verwijtbaarheid van de bestuurders, omdat de lening was verstrekt zonder zekerheden te bedingen voor de terugbetaling ervan. Er was ook geen noodzaak of rechtvaardiging voor het verstrekken van de lening door Parkdale. Het paste ook niet in de doelomschrijving van Parkdale. Tenslotte neemt de rechtbank de bestuurders kwalijk dat zij wisten dat de vennootschap geen verhaal bood.

Finale kwijting

In hun verweer beriepen de bestuurders zich er op dat zij jaarlijks in de algemene vergadering van aandeelhouders finale kwijting kregen voor hun bestuursbeleid. Maar dat verweer hield geen stand, omdat kon worden vastgesteld dat de aandeelhouders niet bekend waren met die lening. De bestuurders hadden de lening in de jaarrekening opgenomen onder een andere naam. En de aandeelhouders werden pas achteraf bekend met de werkelijke gang van zaken.
De finale kwijting strekt zich dus niet uit voor het verstrekken van deze lening.

De bestuurders werden aansprakelijk gehouden voor de schade die Parkdale leed wegens hun verwijtbaar bestuurshandelen.

Wilt u hier nu al meer over weten? Bel mij gerust op tel. 0172 – 42 41 72 of vul het contactformulier in.




    Gerelateerde blogs

    Redelijke grond vereist voor ontslag statutair bestuurder

    25 september 2023

    Redelijke grond vereist voor ontslag statutair bestuurder

    In een recente uitspraak bevestigt de rechtbank Overijssel dat ook voor het ontslag van een […]


    Lees meer ›
    Overname na pre-pack procedure? Arbeidsovereenkomsten blijven bestaan

    11 april 2023

    Overname na pre-pack procedure? Arbeidsovereenkomsten blijven bestaan

    Wanneer een onderneming in andere handen overgaat, is het de vraag wat er gebeurt met […]


    Lees meer ›
    Bedrijf stoppen via turbo-liquidatie is makkelijk, maar kent risico’s

    20 december 2022

    Bedrijf stoppen via turbo-liquidatie is makkelijk, maar kent risico’s

    Welke kansen biedt het instrument turbo-liquidatie bij een bedrijfsbeëindiging, en welke risico’s zijn er aan […]


    Lees meer ›