Uw werknemer is bij een auto-ongeluk betrokken. Hij heeft een verbrijzelde schouder opgelopen en is een aantal maanden uit de running. U moet als werkgever wel het loon doorbetalen. Daar staat geen arbeid tegenover. U kunt als werkgever het netto loon en uw re-integratiekosten verhalen op de aansprakelijke partij.
Maar hoe zit het in de opbouwfase?
Uw bedrijfsarts geeft na 6 maanden aan dat uw werknemer kan gaan re-integreren. Zijn taken moeten worden aangepast aan zijn mogelijkheden. Hij kan zijn werk langzaam gaan opbouwen. Eerst weer eens rustig wennen. Dan zonder enige druk weer aan de slag gaan en langzaam maar zeker kan hij zijn normale werk weer oppakken.
Als uw werknemer niet kan werken, zal de verzekeraar uw ‘loonschade’ moeten vergoeden.
Als uw werknemer weer volledig terug is in zijn oude functie, hoeft de verzekeraar geen ‘loonschade’ meer te vergoeden. Maar hoe zit het in de tussentijd?
De werkgever heeft er belang bij om de loonwaarde zo lang mogelijk zo laag mogelijk te houden. De verzekeraar heeft er belang bij om de loonwaarde zo snel mogelijk zo hoog mogelijk in te schatten.
Het ziekteverzuimpercentage van uw werknemer hangt af van 2 factoren:
- Hoeveel uur werkt uw werknemer ten opzichte van zijn contracturen?
- Wat is de loonwaarde van het werk dat de werknemer uitvoert ten opzichte van zijn normale functie?
Bij het begrip ‘loonwaarde’ kijken we naar de economische waarde van de arbeid. Stel een wijkagent mag re-integreren met wat licht administratief werk wat hij normaal niet doet. Dan is dat niet zijn normale werk. Hij is niet inzetbaar op zijn normale taken. Maar als een callcentermedewerker weer achter de telefoon gezet wordt in zijn normale functie, dan is dat wel zijn eigen werk. Maar ook dan is de vraag of het tempo en de kwaliteit gelijk zijn.
Voorwaarden
Voor de bepaling van deze loonwaarde spelen de volgende punten een rol:
a. Is iemand ingezet op zijn normale functie?
b. Is dat in het gelijke tempo als normaal?
c. Is de kwaliteit gelijk?
Wie moet de loonwaarde vaststellen?
Dat moet de werkgever doen. Dat doet hij op basis van de vastgestelde beperkingen van de bedrijfsarts.
De eerste stap is dus het advies van de bedrijfsarts. Dáárna en daarméé moet de werkgever de loonwaarde inschatten. Het kan ook handig zijn om een arbeidsdeskundig rapport op te laten stellen. Hierdoor kan zo goed en objectief mogelijk wordt vastgesteld hoe groot de verminderde arbeidsprestatie van een werknemer in een specifieke functie precies is.
De te verhalen loonschade wordt verminderd met het percentage van de inzetbare contracturen vermenigvuldigd met het loonwaardepercentage van die inzetbare uren.
Voorbeeld:
a. Normale contracturen: fulltime werkt (8 uur per dag, 5 dagen per week)
b. Uren tijdens re-integratie: week 1: 4 uur per dag x 5 dagen per week = 50%.
c. Loonwaarde: uw werknemer verricht zijn eigen werk, maar heeft daar ongeveer 2x zo veel tijd voor nodig.
d. Uitkomst: U heeft uw werknemer praktisch dus weer voor 25% ‘terug’. Dus moeten we de loonschadevordering met 25% verminderen.
En volgende week? Dan kan het weer anders zijn. Leuker kunnen we het niet maken, makkelijker ook niet.
Deze re-integratieperiode vraagt dus van de werkgever om een goede onderbouwing van de opbouw in uren en in loonwaarde. Voordeel is wel dat de uren die de werkgever hier mee bezig is, ook kosten zijn die in de loonschadezaak verhaald kunnen worden.
Contact met Karin Nijman-Weninger
Neem gerust contact met mij op. Bel mij via tel. 0172 – 42 41 72 of vul onderstaand formulier in.