Blijvende invaliditeit in letselschadezaken

Meer dan alleen een percentage

Wanneer u een ongeval overkomt en u daarbij letsel oploopt, probeert u uiteraard zo goed mogelijk te herstellen. Helaas is dat niet altijd mogelijk. Het letsel kan voor blijvende lichamelijke- of psychologische beperkingen zorgen. In de letselschade wordt dit onder andere in kaart gebracht door een percentage ‘blijvende invaliditeit’ (BI). Deze term, die soms ook ‘functionele invaliditeit’ wordt genoemd, heeft niet alleen een emotionele impact, maar kan ook ingrijpende gevolgen hebben voor uw financiële situatie en levenskwaliteit.

Wat zegt dit percentage?

In deze blog duik ik dieper in op blijvende invaliditeit in letselschadezaken en hoe het de hoogte van de schadevergoeding beïnvloedt.

Het vaststellen van de mate van blijvende invaliditeit

Het bepalen van de mate van blijvende invaliditeit is een belangrijk aspect in letselschadezaken. Deze beoordeling wordt normaal gesproken uitgevoerd wanneer er sprake is van een medische eindsituatie. Er is sprake van een medische eindsituatie als de medische situatie van een slachtoffer uitgekristalliseerd is. Het wordt niet meer veel beter of slechter. Blijvende invaliditeit in letselschadezaken wordt vastgesteld door een medisch expert. Deze expert voert een gedetailleerd onderzoek uit om de ernst van het letsel en de daaruit voortvloeiende invaliditeit te bepalen. Het slachtoffer wordt lichamelijk onderzocht en het medisch dossier wordt geanalyseerd. Soms wordt ook aanvullend medisch onderzoek gedaan zoals MRI-scans of röntgenfoto’s. Hierbij worden de richtlijnen van de American Medical Association, bekend als de AMA-guides, als leidraad gebruikt. Deze gidsen helpen bij het objectief vaststellen van het percentage blijvende invaliditeit. Op die manier worden slachtoffers allemaal – als het goed is – op dezelfde eerlijke manier beoordeeld.

Factoren die worden meegenomen in deze beoordeling zijn onder meer het specifieke lichaamsdeel dat is getroffen, de ernst van het letsel, en het belang van dit lichaamsdeel voor het functioneren van het gehele lichaam.

De impact van blijvende invaliditeit op de schadevergoeding

Hoewel het percentage blijvende invaliditeit een rol speelt bij het vaststellen van de schadevergoeding, is het percentage niet het belangrijkste. Uiteindelijk gaat het om de vraag naar de concrete beperkingen van een slachtoffer.

We zien in letselschadezaken toch nog (te) vaak dat een partij zich blind staart op een percentage, zonder oog te hebben voor de vraag naar de beperkingen. Verschillende factoren zoals het type beroep, de arbeidsongeschiktheid en de algemene gezondheidstoestand spelen een rol bij het bepalen van de uiteindelijke schadevergoeding. Het percentage alleen zegt dus niet zoveel. Het is dan ook van belang te kijken naar de concrete beperkingen in het dagelijks leven. Vervolgens onderzoeken we hoe deze beperkingen kunnen worden weggenomen, bijvoorbeeld door hulpmiddelen of door het inschakelen van derden.

Voorbeelden die de complexiteit illustreren:

Knieletsel: een jonge dame heeft na een ongeval en een daaropvolgende operatie klachten en beperkingen. De blijvende invaliditeit is 1%. Qua beperkingen ervaart zij problemen met knielen, hurken en bukken. Zij was ten tijde van het ongeval in de laatste fase beland van haar opleiding tot marinier. Met dit letsel zal zij geen marinier meer kunnen worden. Er is ondanks het geringe percentage een hoge schade.

Heupletsel: een oudere man, hobbyboer, breekt zijn heup na een ongeval. Er wordt een kunstheup geplaatst. De blijvende invaliditeit is 10%. De beperkingen vallen echter mee. Hij kan zelfs weer het geitenhok zelfstandig uitmesten. De schade is beperkt.

Niet aangeboren hersenletsel (NAH): Een (fulltime werkende) moeder van twee jonge kinderen krijgt een ernstig ongeval en loopt blijvend hersenletsel op. Als gevolg hiervan kan zij niet meer werken. Dit levert voor haar een hoog percentage blijvende invaliditeit op. Dit percentage zou hetzelfde zijn op het moment dat het niet om een jonge fulltime werkende moeder gaat, maar om een hoogbejaarde man in een verpleeghuis. De schade vanwege verlies aan arbeidsvermogen is in de situatie van de jonge moeder natuurlijk veel groter dan in de situatie van de hoogbejaarde man. Hoewel de impact van dit letsel voor beiden enorm ingrijpend is, zijn de financiële gevolgen niet te vergelijken.

Ongevallenverzekeringen

De vraag is waarom er in expertises vaak nog wordt gevraagd naar het percentage blijvende invaliditeit. Het zegt doorgaans niet zo veel. Het is eigenlijk enkel van belang op het moment dat er ook een uitkering kan volgen op een ongevallenverzekering. Zo’n uitkering worden vaak vastgesteld op basis van voorafgaand vastgestelde blijvende invaliditeitspercentages.

Conclusie

Blijvende invaliditeit in letselschadezaken is een complex en veelzijdig onderwerp. Het vaststellen van de mate van invaliditeit is slechts een deel van het proces bij het bepalen van een rechtvaardige schadevergoeding. Het is van belang om alle relevante factoren te overwegen om een volledig beeld te krijgen van de impact van het letsel op het leven van het slachtoffer.

Heeft u een vraag over blijvende invaliditeit, smartengeld, letselschade, loonschade, arbeidsrecht, personen- en familierecht of erfrecht? Neem dan contact op met Berntsen Mulder Advocaten. Wilt u meer weten over uw specifieke situatie? Belt of mailt u mij dan gerust. Dat kan via telefoonnummer 0172 – 42 41 72, e-mail g.vandercorput@berntsenmulder.nl of vul het contactformulier in.